• kantoor accountenz, breda
  • algemeen 1
  • kantoor accountenz, breda
  • algemeen 1

DGA-taks lenen bij BV (Wet excessief lenen)

De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap regelt grofweg dat de dga die te veel heeft geleend bij de eigen bv, hierover belasting betaalt. Er geldt een drempel van € 500.000. Voor toepassing van deze drempel kan meer meetellen dan alleen een lening aan de dga. Verder zijn ook uitzonderingen op de regel mogelijk. Het meetmoment in 2025 is 31 december 2025. U heeft daarom tot die tijd om te beoordelen wat de wet en de verlaging van de drempel voor uw situatie in 2025 betekent en of u nog actie kunt/moet ondernemen.

Voor wie geldt de wet?

De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap kan van toepassing zijn op iedereen:
- die een zogenaamd aanmerkelijk belang heeft in een of meer vennootschap(pen), én
- die schulden heeft aan die vennootschap(pen) en/of waarvan de partner of zogenaamde verbonden
personen of hun partners schulden hebben aan die vennootschap(pen).

Grofweg heeft iemand een aanmerkelijk belang als diegene:
• minimaal 5% van de aandelen bezit, en/of
• het recht heeft om 5% van de aandelen te verwerven, en/of
• winstbewijzen heeft die betrekking hebben op ten minste 5% van de jaarwinst of ten minste 5% van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd.

Met een directeur-grootaandeelhouder (hierna: dga) wordt doorgaans iemand
bedoeld die op grond van voorgaande regels een aanmerkelijk belang heeft. Een dga kan dus geraakt worden door deze wet.

De regels om te bepalen of iemand een aanmerkelijk belang heeft, kunnen complex zijn. Zo kunt u bijvoorbeeld ook een aanmerkelijk belang hebben in een vennootschap waarin u niet direct de aandelen bezit, maar wel indirect via een andere vennootschap. Ook kunt u een aanmerkelijk belang hebben in een andere entiteit dan een bv. Denk bijvoorbeeld aan een open fonds voor gemene rekening of een coöperatie.

Deze folder concentreert zich met name op een aanmerkelijk belang in een bv.

Schulden hoger dan € 500.000,- van dga én partner.
Een dga met schulden aan zijn bv die op 31 december 2025 hoger zijn dan € 500.000 kan in 2025 met de gevolgen van de wet te maken krijgen. Het gaat hierbij niet alleen om de schulden van de dga zelf, maar ook om de schulden van de fiscale partner van de dga. Om te beoordelen of de € 500.000 wordt overschreden, worden de schulden van de dga en de fiscale partner bij elkaar opgeteld. Heeft u naast een schuld ook nog een vordering op de bv, dan worden die twee niet gesaldeerd; er wordt dus puur naar de schulden gekeken!

Let op! Heeft u en/of uw fiscale partner een aanmerkelijk belang in meer bv's, dan moet u de schulden die u en uw fiscale partner hebben aan al die bv's bij elkaar optellen. Alleen als het totaal op 31 december 2025 niet hoger is dan€ 500.000, krijgt u in 2025 niet met de gevolgen van de wet te maken. U kunt dus niet maximaal € 500.000 per bv lenen, maar samen met uw fiscale partner maximaal € 500.000 van al uw bv's samen.

Voorbeeld
U heeft een aanmerkelijk belang in bv X en een aanmerkelijk belang in bv Y. U heeft van beide bv's geld geleend. Bij bv X bedraagt uw schuld op 31 december 2025 € 350.000, bij bv Y € 500.000. Tezamen bedragen uw schulden meer dan € 500.000. Als u niets doet, moet u in 2025 belasting betalen over een bedrag van € 350.000 (€ 850.000 minus€ 500.000). Bedroeg de totale schuld op 31 december 2024 ook al € 850.000. Dan moest u in 2024 belasting betalen over € 350.000 (€ 850.000 minus € 500.000). In 2025 hoeft u niet nog een keer belasting te betalen over de in 2024 meegenomen € 350.000. Het bedrag van de drempel wordt namelijk met deze € 350.000 verhoogd. Hierdoor bedraagt de drempel in 2025 voor u dan geen € 500.000 maar € 850.000 (€ 500.000 + € 350.000).


Let op! Kan de dga en/of de fiscale partner alleen een externe financiering krijgen als de bv borg staat? Dan telt deze lening (dus niet bij de bv, maar bijvoorbeeld bij een bank) ook mee voor de vraag of de schulden op 31 december 2025 boven de € 500.000 uitkomen. Kan de dga en/of de partner wel een externe financiering krijgen zonder borg, maar zorgt borgstelling door de bv voor betere voorwaarden, dan telt de lening niet mee.

Ook schulden van verbonden personen
Hebben uw bloed- of aanverwanten in de rechte lijn schulden aan uw bv, dan moet u deze schulden bij uzelf meetellen voor het deel van hun schulden dat boven de € 500.000 uitkomt. Bloed- en aanverwanten in de rechte lijn zijn kinderen, kleinkinderen, achterklein-kinderen enzovoort en ouder, grootouder en overgrootouders enzovoort van uw en/of uw fiscale partner.

Voorbeeld
Heeft bijvoorbeeld uw kind € 400.000 geleend van uw bv, dan hoeft u niets mee te tellen. Bedraagt de schuld van uw kind aan uw bv op 31 december 2025 echter € 600.000, dan telt u € 100.000 mee voor de beoordeling of u boven de drempel van € 500.000 komt. Heeft u zelf
€ 450.000 bij uw bv geleend, dan betekent dit dus dat u over 2025 over € 50.000 belasting moet betalen € 450.000 + € 100.000 -/- € 500.000).

Tip: Dit geldt niet als uw bloed- of aanverwant zelf een aanmerkelijk belang heeft in uw bv. Uw bloed- of aanverwant moet dan zelf beoordelen in hoeverre de wet op hem/haar van toepassing is. Voor uw beoordeling telt de schuld van uw bloed- of aanverwant dan niet mee.

Voorbeeld
Heeft uw kind uit het vorige voorbeeld een aanmerkelijk belang in uw bv, dan telt de € 100.000 niet bij u mee. U betaalt dan dus geen belasting. Uw kind moet echter over € 100.000 (€ 600.000 -/- € 500.000) belasting betalen.

Eigenwoningschulden uitgezonderd
Voor eigenwoningschulden geldt een uitzondering. Deze tellen niet mee voor de beoordeling of u op 31 december 2025 schulden heeft aan uw bv('s) boven € 500.000. Het moet hierbij echter wel gaan om een schuld die voldoet aan de wettelijke bepalingen om renteaftrek te krijgen in de inkomstenbelasting. Bovendien moet een recht van hypotheek verstrekt zijn aan de bv.

Let op! Is geen hypotheek verstrekt, dan telt de lening wel mee. Dat geldt ook als de hypotheek verstrekt is, maar de lening niet voldoet aan de wettelijke bepalingen voor renteaftrek.

Tip: bestond uw eigenwoningschuld aan de bv op 31 december 2022 al, dan geldt de voorwaarde dat hypotheek verstrekt moet zijn, niet. Deze schuld moet wel voldoen aan de wettelijke bepalingen om renteaftrek te krijgen in de inkomstenbelasting.
De uitzondering voor eigenwoning- schulden geldt ook voor schulden van bloed- of aanverwanten in de rechte lijn. Zijn dit eigenwoningschulden die voldoen aan de hierboven beschreven voorwaarden, dan tellen deze schulden dus niet bij u mee.

Peildatum 31 december 2025
Op 31 december 2025 wordt voor het jaar 2025 gepeild of uw schulden hoger zijn dan € 500.000 of niet. Dit uiteraard met inachtneming van alle regels die hiervoor gelden en die we hiervoor (deels) beschreven. Zijn uw schulden op dit moment nog hoger dan € 500.000, dan heeft u dus tot die tijd om in actie komen.

Tip! Voor de beoordeling van de grens van € 500.000 mag u vorderingen die u heeft op uw bv('s) niet salderen met schulden die u heeft aan uw bv('s). Mogelijk kan het daarom verstandig zijn om vóór 31 december 2025 deze vorderingen en schulden officieel met elkaar te verrekenen.

Belastingtarief
U bent over het surplus boven de € 500.000 belasting verschuldigd in box 2. In 2025 gelden twee tarieven in box 2. Over de eerste € 67.804 aan box 2-inkomen (voor fiscale partner het dubbele bedrag) bent u 24,5% verschuldigd, over het meerdere 31%.

Gevolgen bij latere aflossing schuld
Heeft u in 2023 of 2024 over het deel van uw schulden boven de drempel van € 500.000 belasting betaald, dan wordt de drempel van € 500.000 met dit deel van uw schulden verhoogd. Dit voorkomt dat u elk jaar opnieuw over het surplus boven de drempel moet afrekenen. Hetzelfde systeem geldt als u in 2025 belasting betaalt over het deel van uw schulden boven de drempel van € 500.000. Een latere aflossing op deze schulden leidt dan tot een negatief inkomen in box 2. Dit negatieve inkomen wordt verrekend met andere positieve inkomsten in box 2 in dat jaar of leidt tot een verlies in box 2. Dit verlies kan vervolgens verrekend worden met box 2-inkomen van het voorafgaande jaar of met box 2-inkomen van de zes opvolgende jaren.

Voorbeeld
U heeft een aanmerkelijk belang in een bv en op 31 december 2024 een schuld van € 850.000 aan deze bv. U moet in 2024 belasting betalen over € 350.000(€ 850.000 minus € 500.000). In uw aangifte inkomstenbelasting 2024 bent u hierover € 109.805,- (24,50% over
€ 67.000 plus 33% over € 283.000) belasting verschuldigd. Als u in 2025 € 350.000 aflost op de schuld (en er in dat jaar geen ander inkomen uit box 2 is) ontstaat een verlies in box 2 van € 350.000. Dit verlies kunt u volledig verrekenen met de winst uit 2024, waardoor de in 2024 betaalde belasting van € 109.805 wordt teruggegeven. De schuld bedraagt na de aflossing € 500.000 gelijk aan de drempel op 31 december 2025.

Schulden tot € 500.000
Bedragen de schulden minder dan€ 500.000, dan kunt u nog steeds een risico lopen op belastingheffing, als de Belastingdienst meent dat sprake is van een verkapte dividenduitkering. Zorg daarom dat uw leningen altijd schriftelijk in een overeenkomst met zakelijke voorwaarden zijn vastgelegd.


Alleen fiscale werking
Als u wordt geconfronteerd met de gevolgen van deze wet en dus belasting moet betalen over het surplus boven
€ 500.000, dan heeft dat alleen fiscale gevolgen. Met andere woorden: de schuld blijft wel gewoon bestaan. U mag de schuld ook in uw aangifte inkomstenbelasting blijven opvoeren.

Bij vragen kunt u contact opnemen met onze belastingadviseurs Marcel de Bree of Caroline Jones. U kunt ons telefonisch bereiken op 0161-431599.